Taal

Een Saksisch landsdeel

Posted by Olivier van Renswoude

Onlangs maakte minister Plasterk van Binnenlandse Zaken bekend dat de Nederlandse overheid volhardt in haar voornemen tot de samenvoeging van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland (al dan niet met de Noordoostpolder) tot één landsdeel, doch dat de uitvoering ervan een jaar is uitgesteld, tot 2016. De werknaam van deze onderneming luidt Noordvleugelprovincie. Wellicht dat dit landsdeel uiteindelijk dan ook Noordvleugel zal heten, maar domweg Noord-Holland lijkt een veiligere gok.

Meteen werd ook weer gefluisterd over de samenvoeging van Friesland, Groningen en Drenthe tot een landsdeel Noord-Nederland, en ongetwijfeld zal die mogelijkheid achter de schermen het meest onderzocht en nagestreefd worden. Zoals wij echter enige tijd geleden al aangaven zijn de verschillen tussen enerzijds Friesland en anderzijds Groningen en Drenthe veel groter dan menigeen in het Westen beseft of scheelt te beseffen.

Friesland is al ruim tweeduizend jaar Fries, en heeft in die tijd enige bijzondere belangen ontwikkeld waardoor het veel waarde hecht en zal blijven hechten aan een eigen koers. Groningen daarentegen was vroeger weliswaar grotendeels Fries gebied, maar is inmiddels een Saksische streek, net als Drenthe, Overijssel, de Achterhoek, de Veluwe en delen van de Stellingwerven in Friesland, alsook uiteraard het grote Saksische achterland in Noord-Duitsland tot aan de Deense grens en verder naar het oosten. Westerlingen en Zuiderlingen zullen enkel een waas van Noorderlingen zien, bovenop een smakelijke bel aardgas, maar de werkelijkheid is nu eenmaal dat er een behoorlijke kloof bestaat tussen enerzijds Friezen en anderzijds Groningers en Drenthen.

Een veel natuurlijker en vlotter te besturen landsdeel zou de vereniging zijn van de Saksische streken van Nederland tot een Saksisch landsdeel, aangezien dan meer rekening wordt gehouden met niet onbelangrijke omstandigheden als streektaal en geschiedenis.

© Wikimedia Commons

Aangezien dat eerste landsdeel van 2016 een voldongen feit lijkt en door diens omvang zeer overheersend zal zijn binnen Nederland zullen andere provincies zich daarom genoodzaakt voelen om voor beter tegenwicht ook samen te gaan – zoals de overheid uiteraard van meet af aan voor ogen heeft. De keuze tussen een Noord-Nederlands landsdeel en een Saksisch landsdeel, voor zover de overheid ons hierin enige genade gunt, is dan verrassend dringend. Daarbij: indien de overheid als tweede stap een Oost-Nederlands landsdeel vormt uit Overijssel en Gelderland, dan is de keuze voor een Noord-Nederlands landsdeel ook meteen gemaakt.

Hoe het ook zij, of dit Saksische landsdeel nu wel of niet een bestuurlijke werkelijkheid wordt, het kan geen kwaad om eens na te denken over een goede naam voor dit Nederlandse stuk van wat wij voor het gemak maar even Groot-Saksen zullen noemen. Er zijn enige mogelijkheden, ieder met haar voordelen en nadelen:

Saksen

Eenvoudig en duidelijk, maar getuigt van aanmatiging; Saksisch Nederland is immers maar een klein deel van Groot-Saksen. Saksen is dan eerder een evenwoord van Groot-Saksen.

Saksenland

Zelfde voordelen en bezwaren als de voorgaande.

West-Saksen

Een tikkel minder eenvoudig en duidelijk, maar daarmee wel meer bescheiden dan Saksen en Saksenland. Het geeft weer dat Saksisch Nederland niet op zichzelf staat, maar het westelijke uiteinde is van Groot-Saksen. En toch, het is nog ietwat aanmatigend, daar Saksisch Nederland nog steeds te klein is om de gehele westvleugel van Groot-Saksen te vertegenwoordigen.

West-Nedersaksen

Nog meer bescheiden dan West-Saksen; deze naam getuigt van erkenning dat Saksisch Nederland het westelijke uiteinde is van slechts een deel van Groot-Saksen, namelijk de bondsstaat Nedersaksen. Anderzijds, deze naam is mogelijk omslachtig en wekt bovendien de indruk dat er een grotere eenheid is met Duits Nedersaksen dan er daadwerkelijk zij.

Saksemarken dan wel Saksenmarken

Meer gewaagd; hierin wordt helemaal uitgedragen dat het hier om een schemergebied gaat tussen Nederland en Groot-Saksen. Een mark is namelijk een ‘grensgebied’. Bovendien heeft deze naam bij geschiedenis al enig bestaansrecht; in Oudfriese bronnen wordt in verwijzing naar de naburige Saksische streken ook wel gesproken van de Saxenna merka. Daarnaast, hoewel het woord -marken net zoals in Denemarken eigenlijk geen meervoud is maar datief enkelvoud, lijkt het meervoud, waarmee de veelzijdigheid van Saksisch Nederland enigszins wordt geëerd.

Westmark dan wel Westmarken

Aardrijkskundiger en bondiger, dit is een wat Tolkienachtige naam die net als de vorige drie mogelijkheden besef toont van een schemergebied.

Westeems dan wel Westeemzen of Westeemzingen

Naar bekende leest, zoals Overijssel boven de IJssel en Northumbria in Engeland benoorden de Humber. Vergelijk ook de naam van (de Saksen van) Holstein in Duitsland in voorgaande eeuwen: Norđelƀingos ‘lieden benoorden de Elbe’ (gelatiniseerd als Nordalbingia). Het nadeel is evenwel dat er nog een strook (Saksisch) Duitsland ligt tussen Eems en (Saksisch) Nederland die ook nog eens veel groter wordt naarmate de Eems in het zuiden nog aanzienlijk afbuigt naar het oosten.

Overeems dan wel Overeemzen of Overeemzingen

Zelfde bezwaren en voordelen als de voorgaande.

Heurnsaksen (verkort als de Heurn)

Saksisch Nederland is een uithoek van Groot-Saksen, en heurn is een oud woord voor ‘hoek’ – beantwoordend aan o.a. Gronings hörn ‘hoek’. Een voordeel ten opzichte van de meesten hiervoor is dat deze naam zowel een volksnaam als een streeknaam is. Een nadeel is dat het een volledig nieuwe benaming is.