Vergiftiging

Giftige stoffen kunnen in verschillende vormen voorkomen: als vaste stof, als vloeibare/vaste stof en als damp (gas). Gif kan het lichaam in komen door de mond, door het in te ademen of via de huid. Bij sommige giftige stoffen reageert het lichaam binnen enkele seconden, bij andere pas na uren of dagen.

Een bijzonder gevaar voor kinderen zijn vaatwastabletten en knoopcelbatterijen. Knoopcelbatterijen komen steeds meer voor in het huishouden, bijvoorbeeld in afstandsbedieningen, speelgoed, elektrische kaarsen en theelichtjes. Als een kind een knoopcelbatterij inslikt, passeert deze meestal zonder problemen het maagdarmkanaal. Maar in een klein deel van de gevallen (<1 procent) blijft de batterij steken en veroorzaakt lokale weefselbeschadiging. Als je vermoedt dat een kind een batterij heeft ingeslikt, overleg dan altijd met de huisarts.

Wat stel je vast bij vergiftiging?

Het slachtoffer heeft een giftige stof binnengekregen of een overdosis ingenomen.

Onschuldige klachten zoals jeuk, een droge mond, wazig zien en pijn.

Bij een ernstige situatie kunnen verschijnselen optreden als verwardheid, onrust, ademhalingsproblemen, hartritmestoornissen en bewusteloosheid.

Wat doe je bij vergiftiging?

Denk aan de (eigen) veiligheid. Ga niet zo maar een ruimte binnen, waarin je giftige stoffen in de lucht vermoedt.

Bel of laat 1-1-2 bellen bij bewusteloosheid, benauwdheid en suf worden, uitgebreide (uitwendige) wonden of bij een bewuste inname van gevaarlijke stoffen.

Bel in alle andere gevallen met de huisarts of huisartsenpost.

Meld om welke soort stof het gaat en volg het advies van de professionele hulpverlener op.

Start reanimatie indien het slachtoffer niet meer reageert op aanspreken, schouders schudden en geen normale ademhaling heeft.

Laat, als het slachtoffer dat kan, de mond spoelen bij stoffen die pijn geven in de mond.

Leg een slapend of bewusteloos slachtoffer op de zij (stabiele zijligging), omdat er een kans is op braken.