Mijn grootste hobby? 

Mijn Mini 1000 uit 1972. Sinds 2006 staat deze klassieker bij mij op kenteken. 

In 2020 heb ik ‘m compleet onder handen genomen. De carrosserie is strakgetrokken, opnieuw gespoten, en technisch is hij flink aangepakt. 

Zo is het originele remsysteem voor vervangen door schijfremmen voor betrouwbaardere stopkracht, en is de standaard versnellingsbak ingewisseld voor een automatische transmissie – ideaal voor relaxte ritten zonder schakelen.

Ondanks die upgrades blijft het pure Mini-DNA behouden: laag bij de grond, kartgevoel in de bochten, en een motor die je het liefst hoort zingen boven de 3.000 toeren. Voor mij is het de perfecte combinatie van klassiek rijplezier en moderne techniek.

Waar begon ik aan?

In 1972 viel de Mini onder de MkIII-generatie (geproduceerd van 1969 tot 1976). Een van de belangrijke kenmerken van de Mini was de optie voor een automatische versnellingsbak. Dit was een relatief zeldzame keuze, maar het maakte de Mini toegankelijker voor een breder publiek.

Hier zijn enkele specifieke details die van toepassing waren op de Mini automaat van 1972:

* Motor: De Mini automaat uit 1972 was vaak uitgerust met een 998cc motor. Deze had een vermogen van ongeveer 39 pk en een koppel van 71 Nm.

* Transmissie: De automatische versnellingsbak was een vierversnellingsbak. Bijzonder aan het ontwerp van de Mini was dat de motor dwars voorin geplaatst was en de versnellingsbak eronder zat.

* Prestaties: De topsnelheid van een Mini 1000 uit die tijd was ongeveer 128 km/u en de acceleratie van 0 naar 100 km/u duurde ongeveer 20,1 seconden.

* Kenmerken: In 1972 hadden de Mini's nog steeds de karakteristieke 10-inch wielen die bijdroegen aan hun wendbare wegligging. Een Mini uit 1972 had waarschijnlijk nog een minimalistisch interieur, alhoewel er verschillende uitvoeringen waren met sportievere dashboards en meer meters.

De Mini's uit die periode staan bekend om hun compacte formaat, uitstekende wegligging en efficiëntie.